Boeren uit Afrika en Azië vertelden in het Euro Parlement over koffie, katoen, cacao en palmolie. Terwijl er vanuit Brussel regels worden opgesteld voor bedrijven om mensenrechten, natuur en klimaat te beschermen, weten deze boeren vanuit eigen ervaring wat er nodig is voor duurzame toeleveringsketens. Bedrijven in de westerse landen moeten verantwoordelijkheid nemen en boeren betere prijzen betalen. Zolang kleine boeren en arbeiders in armoede leven, zijn veel van de Europese doelstellingen onhaalbaar.
Cacaoboeren
Kpomin Edi, voorzitter van de cacaoboeren coöperatie voor vrouwen in Adzopé in Ivoorkust herinnerde het publiek in het Europees Parlement eraan dat “oneerlijke handel door cacaobedrijven, bijvoorbeeld wanneer zij de contracten niet nakomen, een van de redenen is waarom de boeren geen leefbaar inkomen hebben.” Als de Europa wat wil doen tegen armoede en uitbuiting dan zouden ze hier wat aan moeten doen.
Katoenboeren
Pedro Marenja, van het forum van katoenboeren (FONPA) in Mozambique, sprak over de armoede waar veel boeren in Mozambique mee te maken hebben. “250.000 boerengezinnen in mijn land zijn voor hun inkomen rechtstreeks afhankelijk van katoen. Gemiddeld verdienen deze gezinnen 125 dollar per jaar. Dat is ver onder het bestaansminimum.” Hij benadrukte ook dat deze armoede niet alleen tot honger lijdt maar tot veel meer schrijnende problemen, “zoals kind huwelijken die vooral jonge meisjes vanaf 14 jaar treffen. Om de armoede te helpen oplossen, moeten de katoenprijzen omhoog en daarmee kunnen Europese kleding- en textielbedrijven helpen.”
Koffieboeren
Kison Kukundakwe van de coöperatie van Ankole koffieboeren (ACPCU) in Oeganda sprak ook over de lage prijzen die hij en zijn collega’s voor hun koffiebonen krijgen. De koffiemarkt in Oeganda wordt gedomineerd door enkele handelaars die de prijzen bepalen, maar de productiekosten zijn aanzienlijk gestegen en klimaatverandering zorgt voor nieuwe plagen die duur zijn om te bestrijden. “We verwelkomen nieuwe wetgeving, maar zorg er alstublieft voor dat de extra kosten niet door de boeren worden gedragen. Gedeelde verantwoordelijkheid, investeringen en samenwerking zijn cruciaal”, aldus Kukundakwe.
Palmolieboeren
Ook Napolean Ningkos van de Sarawak Dayak palmolie boerencoöperatie (DOPPA) in Maleisië, ziet kansen voor een duurzame toekomst als er betere samenwerking met de Europese landen komt. Palmolie is de enige manier voor zijn volk, de Dayak, om zich op een duurzame economische manier te ontwikkelen. Maar de nieuwe Europese regels dreigen kleine boeren van de markt uit te sluiten.
Europarlementariërs
Europarlementarier Heidi Hautala wees erop dat “Kleine boeren een derde van het voedsel in de wereld produceren. Maar ze zijn een van de meest gemarginaliseerde groepen in de wereldwijde waardeketens.” Hautala ziet het wetsvoorstel over Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) als “een kans om dit probleem aan te pakken en bij te dragen aan een fatsoenlijk bestaan voor kleine boeren.”
Ook Europarlementarier Christophe Hansen is duidelijk. Hij wil in de onderhandelingen over de nieuwe wet op dit punt geen concessies doen.